2015
Er is altijd wel rumoer over kunstmatige zoetstoffen. Stevia of aspartaam, kankerverwekkend of niet, iedereen rolt over elkaar heen met pro’s en contra’s. Dus maar eens een belichting vanuit een ander perspectief.
Als je eet, doe je dat doorgaans met je mond. Via je reuk en smaak proef je dan je voeding. En daarmee activeer je de organen, die zich met je spijsvertering bezig houden. In dit specifieke geval proef je zoet. Van suiker of van een andere zoetstof. In alle gevallen gaat je alvleesklier alvast insuline aanmaken, om de verwachte stijging van de bloedsuikerspiegel aan te kunnen.
Als je suiker eet, gaat het goed: je bloedsuikerspiegel stijgt, de insuline regelt het en de suikerspiegel blijft op een juist niveau. Je spieren, vetcellen en lever hebben allemaal hun portie opgenomen. Je hebt calorieën ingenomen en die verwerkt. Afhankelijk van je conditie, bewegingspatroon etc. word je dikker en/of actiever.
Als je een calorieloze zoetstof eet, gaat het anders. Je smaakzintuig registreert zoetigheid en je alvleesklier maakt insuline aan. Je krijgt echter geen calorie binnen. De insuline verlaagt dus je bloedsuikerspiegel, terwijl deze normaal was of zelfs laag (trek in zoet/eten). De sterk verlaagde bloedsuikerspiegel leidt vervolgens tot een hongergevoel. Gevolg: je gaat eten, snoepen of anderszins calorieën innemen. En waarschijnlijk meer dan het beetje suiker dat je hebt bespaard met de calorieloze zoetstof.
Conclusie: ik hoef al die discussies over gezonde of ongezonde zoetstoffen niet zo te volgen. Het voorgaande mechanisme is logisch, duidelijk en te beargumenteren/begrijpen zonder veel wetenschappelijke kennis. Voor mij geen zoetstof en matig tot geen suiker.
Dick Oosterwijk
Nog geen reacties!