Vanaf mijn geboorte ongeveer (en da’s lang geleden) zei mijn moeder al: “Beste jongen, ik ben een boer; ik eet van het hele beest, dat houdt me gezond en sterk”.
Als kind nam ik dat achteraf gezien iets te letterlijk, waardoor de waarde van deze regelmatig gemaakte opmerking mij grotendeels ontging. De laatste vijftien jaar ben ik me steeds meer bezig gaan houden met ons voedsel. Ben gaan uitzoeken wat we tekort komen doordat onze voeding en leefstijl zo veranderd zijn. En maakte een alsmaar uitdijend rijtje van supplementen en toevoegingen, die dat moeten compenseren. Dat werkt; in vrijwel alle gevallen knappen mensen, inclusief ikzelf, zienderogen op, zeker als dit gecombineerd wordt met voldoende beweging.
Ik kom er nu steeds meer achter dat de volgende verbeterslag zit in het eten van het hele beest. Dit geldt ook voor vegetariërs en veganisten. Je moet dat beest alleen niet letterlijk nemen. Mijn moeder bedoelde kennis, en zeker nuttigen van hele, natuurlijke en herkenbare voeding die bevat wat je nodig hebt. Maar dan ook weer zonder uren in de keuken te moeten staan. Een maaltijd bereiden in tien minuten en al driekwart van je rijtje van 12 supplementen kunnen overslaan. Lekkerder, goedkoper en dus stukken prettiger. Daar gaan we het in dit blogje de komende tijd over hebben: Foodhacking als healthbacking.